Het niet-wijzigingsbeding bij kinderalimentatie, een nietig beding?

15 november 2019

Is een niet-wijzigingsbeding voor kinderalimentatie nietig?


Over deze vraag heeft de Hoge Raad zich gebogen in haar uitspraak van 1 november 2019 (ECLI:NL:HR:2019:1689).

Artikel 1:401 BW geeft de mogelijkheid om kinderalimentatie die is overeengekomen in een overeenkomst of die vastgelegd is in een rechterlijke uitspraak te wijzigen. Kort gezegd kan dit wanneer er sprake is van een wijziging van omstandigheden, wanneer de hoogte van de kinderalimentatie van meet af aan al onjuist is geweest doordat uit is gegaan van onjuiste gegevens of wanneer de overeenkomst is aangegaan met grove miskenning van de wettelijke maatstaven.

Uitspraak 1 november 2019 Hoge Raad

In deze zaak waren ouders in het ouderschapsplan overeengekomen dat de kinderalimentatie in de toekomst niet gewijzigd zou kunnen worden, ook niet als er sprake zou zijn van een wijziging van omstandigheden. Feitelijk sluiten ze daardoor de mogelijkheden die artikel 1:401 BW biedt geheel of gedeeltelijk uit. Maar mag dat wel?

De vraag die de Hoge Raad diende te beantwoorden was allereerst of een dergelijk beding nietig is. Zo niet, dan kan het zomaar zijn dat er minder kinderalimentatie voldaan wordt dan waar het kind wettelijk recht op heeft. En als daar dan sprake van is, is die afspraak dan niet nietig?

De Hoge Raad oordeelde dat een niet-wijzigingsbeding niet in strijd is met de wet, wanneer dit beding erop ziet dat de kinderalimentatie niet lager kan worden dan zoals deze volgens de wet moet zijn, wanneer er bijvoorbeeld sprake is van afname van de draagkracht van de alimentatiebetaler of afname van de behoefte van het kind. Uitzondering hierop is wanneer de alimentatiebetaler een lagere draagkracht heeft omdat hij voor meer (andere) kinderen moet betalen, zoals kinderen uit een andere relatie. Deze kinderen mogen immers niet de dupe worden van een dergelijk beding.

Daarnaast oordeelde de Hoge Raad dat een overeenkomst met een niet-wijzigingsbeding ook vatbaar is voor wijziging, indien de draagkracht van de alimentatiebetaler zodanig lager is geworden dat hij – indien hij de kinderalimentatie gewoon door zou moeten betalen – niet meer in zijn eigen levensonderhoud zou kunnen voorzien.

Een overeenkomst waarin een niet-wijzigingsbeding is opgenomen blijft dus in bepaalde gevallen wel vatbaar voor wijziging, aldus de Hoge Raad.

Heeft u vragen over alimentatie? Of zou u de alimentatie opnieuw willen laten berekenen? Neem dan contact op met één van de familierecht advocaten van Sieval Advocaten.