Het komt tegenwoordig steeds meer voor: samengestelde gezinnen. Regelmatig gaan ouders die uit elkaar zijn, samenwonen met een nieuwe partner. Het kan zijn dat een nieuwe partner ook kinderen uit een eerdere relatie heeft, of dat de gescheiden ouder een kind met de nieuwe partner krijgt. Wat betekent dit nu precies voor de onderhoudsplicht van de gescheiden ouder jegens de betrokken kinderen?
Het gaan samenwonen met een partner die een kind heeft uit een eerdere relatie, schept niet altijd een onderhoudsplicht jegens het kind van die nieuwe partner. Dat is alleen het geval als i) de eventuele onderhoudsplichtige met de nieuwe partner is gehuwd dan wel een geregistreerd partnerschap met hem of haar is aangegaan en ii) het kind van de nieuwe partner tot het gezin behoort. In dat geval kunnen er dus drie onderhoudsplichtigen zijn: de beide ouders van het kind en de stiefouder van het kind voor zover er is voldaan aan voornoemde voorwaarden. Wanneer er uit de relatie met de nieuwe partner een kind wordt geboren, schept dat uiteraard altijd een onderhoudsplicht voor de beide ouders.
Wanneer er sprake is van een wijziging in de onderhoudsplicht van een ouder – ofwel omdat deze een kind met zijn of haar nieuwe partner heeft gekregen, ofwel omdat er een onderhoudsplicht is ontstaan jegens een stiefkind – is dat aanleiding om de kinderalimentatie opnieuw tegen het licht te houden. De draagkracht van de betreffende onderhoudsplichtige moet dan immers over meer kinderen worden verdeeld dan voorheen. Hoeveel de betreffende onderhoudsplichtige voor ieder kind moet bijdragen, hangt onder meer af van de onderlinge draagkracht en -plicht van degenen die verplicht zijn om bij te dragen in de kosten van het betreffende kind. Om de alimentatie voor ieder kind goed te kunnen bepalen, zijn dan ook de inkomensgegevens nodig van iedereen die een onderhoudsplicht heeft jegens één of meer van de betreffende kinderen.